In de nieuwe norm is alle laatste kennis en ontwikkelingen opgenomen. In een eerder artikel hebben we al aandacht geschonken aan de inhoudelijke verschillen tussen beide normen. Maar hoe pakken de beide normen 2017 en 2023 nu uit in de praktijk? Lees het in dit artikel.
“Een praktijkreview van de verschillen tussen ISSO 51 ‘Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen’ 2017-versie en de ISSO 51 2023-versie.”
In juni 2023 is er een vernieuwde versie uitgekomen van de warmteverliesberekening. Het betreft ISSO 51 “Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen”. Op termijn zal deze nieuwe versie uit 2023 de oude versie uit 2017 gaan vervangen. U kunt de nieuwe norm al wel gebruiken.
Hoe pakken de verschillende normen 2017 en 2023 nu uit in de praktijk? Om het verschil te testen hebben we 2 verschillende woningen doorgerekend met beide normen.
De 2 woningen
De eerste woning betreft een Half-vrijstaande woning (2 onder 1 kap) en de tweede woning is een Vrijstaande woning. Beide woningen zijn in hetzelfde jaar gebouwd (2008) waardoor ze een vergelijkbare isolatiegraad hebben. Ook de ventilatie van beide woningen is identiek: ventilatiesysteem C. Dat wil zeggen natuurlijke toevoer van buitenlucht via roosters en mechanische afvoer uit keuken, badkamer en toilet.
Wij menen dat deze woningen erg representatief zijn voor de woningen in Nederland. Vooral deze categorie woningen zal ook goed in staat zijn om te verduurzamen met een warmtepomp. Deze beide woningen zijn voldoende geïsoleerd.
Het rekenen
Voor het rekenen maken we gebruik van VABI rekenkern 3.10.1.91. Voor de ruimte eisen en de gebruikseisen maken we gebruik van de instelling ‘Standaard’. De software kiest dan zelf welke ruimte welke temperatuur krijgt op basis van het gebruik van de betreffende ruimte. Bijvoorbeeld ‘Badruimte’.
Voor de ventilatie kiezen we ervoor om te ventileren volgens het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit staan minimale eisen genoemd voor de hoeveelheid ventilatielucht die in elke ruimte aangevoerd moet worden. Met deze minimale eisen zorgen we ervoor dat er voldoende wordt geventileerd voor een gezond binnenklimaat.
Voor beide woningen maken we nu de warmteverliesberekening. Eerst met de ISSO (2017)-norm, daarna met de ISSO (2023)-norm. Dit zijn de resultaten (A).
Resultaten (A)
In tabel 1 staan de berekende aansluitvermogen voor beide woningen (in W).
Tabel 1 Aansluitvermogen/ vermogen opwekker (W)
Er blijkt duidelijk dat bij gebruik van ISSO 51 (2023) een hoger totaal vermogen wordt berekent in vergelijking met ISSO 51 (2017). De verhoging bij de Halfvrijstaande woning is 11,2%. De verhoging door gebruik te maken van de ISSO 51 (2023) norm bij de Vrijstaande woning betreft 2,6% Het verschil bij de Vrijstaande woning is dus wel veel kleiner.
Echter, in deze situatie zijn de ‘Standaard’ ontwerp binnentemperaturen voor de verblijfsruimten’ gebruikt. Deze standaard ontwerp binnentemperaturen voor de verblijfsruimten zijn 22 °C voor ISSO 51 (2023) en 20 °C voor ISSO 51 (2017). De gebruikte temperaturen in ISSO 51 (2023) zijn dus hoger!
We besluiten daarom alles nogmaals door te rekenen, maar nu met gelijkgetrokken ontwerptemperaturen (B).
Resultaten (B)
Tabel 2 Aansluitvermogen/ vermogen opwekker (W) bij gelijke ontwerp binnentemperaturen
* ISSO 51 (2017) temperatuur verblijfsruimte op 22 °C i.p.v. 20 °C, overige temperaturen gelijkgetrokken.
Ook nu geldt voor de Halfvrijstaande woning dat door gebruik van de nieuwe ISSO 51 (2023) er een hoger aansluitvermogen wordt berekend. De verhoging is nu echter wel kleiner met 3,5%.
Voor de vrijstaande woning wordt bij de 2023 norm juist een lager vermogen berekent in vergelijking met de 2017 norm. Het verschil is -2,8%.
Conclusie
Het verschil in praktijk uitkomst (berekende aansluitvermogen/ vermogen opwekker) tussen ISSO 51 (2017) en ISSO 51 (2023) is in de vergelijking relatief gering gebleken. Het verschil bedraagt ongeveer 3% in deze vergelijking (respectievelijk 3,5 en -2,8%).
Enige voorzichtigheid bij het beoordelen van de cijfers is wel op zijn plaats omdat de steekproef van 2 woningen niet heel groot is.
Maar voorzichtig kunnen we concluderen dat het verschil tussen de 2017 en 2023 norm voor de warmteverliesberekening voor Woningen en woongebouwen in de praktijk niet heel groot is.
Het hangt van uw specifieke situatie af elke norm u het beste kunt gebruiken.